Strengere Europese regels leiden ertoe dat verzekeraars een grotere buffer moeten aanhouden ten opzichte van hun risico’s. Voor zorgverzekeraars betekent dat: hoe meer chronisch zieken, hoe groter de buffer moet zijn.
Verzekeraars moeten vanaf volgend jaar een buffer aanhouden van minimaal 15 procent van hun bruto schadelast. Dat is het bedrag dat ze jaarlijks moeten uitkeren. Die regel geldt ook voor zorgverzekeraars en dat vormt een probleem, zo zeggen de zorgverzekeraars zelf. Dat schrijft het Financieele Dagblad maandag op basis van een brief van de verzekeraars aan de Tweede Kamer.
Als een zorgverzekeraar veel chronisch zieken heeft, is de schadelast hoger, en moet ze een hogere buffer aanhouden. Verzekeraars krijgen dus een extra prikkel om zoveel mogelijk gezonde klanten binnen te harken en chronisch zieken te weren, zo schrijven ze zelf.
Dat is precies wat veel verzekeraars overigens nu al doen. Zo probeert zorgverzekeringsreus VGZ met dochter Promovendum hoogopgeleiden binnen te hengelen. Dat is lucratief, want hoogopgeleiden betalen wel premie, maar gaan veel minder naar de dokter.
Aan de andere kant wordt het chronisch zieken ook nu al heel moeilijk gemaakt door ze bijvoorbeeld aanvullende verzekeringen te weigeren. Voor de basisverzekering mogen verzekeraars overigens niemand weigeren.
Compensatie
Verzekeraars worden wel door de overheid gecompenseerd als ze veel klanten met een hoog risico hebben. Schippers wil de compensatie daarvoor zelfs uitbreiden.
Maar voor het aanhouden van extra buffers worden ze niet gecompenseerd. Hoewel de verzekeraars dat op dit moment niet met zoveel woorden zeggen, is dat waarschijnlijk ook de inzet van hun pr-offensief naar de politiek: nog meer compensatie voor dure cliënten.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl